33. De financiële markt, het ego van de maatschappij
Beste Jan,
Jouw metafoor doet mij onmiddellijk denken aan de mens met zijn ego (bij jou de geldmarkt), met zijn onverzadigbare zucht naar geluk en als tegenhanger de essentie – dat wat de mens echt is – (in jouw voorbeeld het produceren, innoveren en consumeren).
Het ego van de mens houdt zich louter bezig met het verleden (piekeren, ophalen van herinneringen) en de toekomst (plannen, zorgen maken). Het ego houdt zich helemaal niet bezig met dat wat er werkelijk is. Het ego richt zich op de illusie en houdt deze in stand. Het ego is niet bezig met het Nu, met dat wat er werkelijk is. Het ego is obsessief op zoek naar geluk. Maar geluk is als een dure parfum. Je doet het op, het ruikt lekker maar is vervlogen voor je er erg in hebt. Zo functioneert de financiële markt en is geld.
De geldmarkt lijkt wel het ego van de economie. Het is of de geldmarkt het allemaal weet en waar het allemaal om draait. Maar het ego (en ook de geldmarkt) kijkt alleen maar naar het verleden en denkt met angst aan de toekomst, doet van alles om de economie in goede banen te leiden maar het helpt niet. Men denkt dat geld de oplossing is. Niets is echter minder waar: een zeepbel (de illusie) kan alleen maar springen of leeglopen.
De essentie van de mens is niet de zoektocht naar geluk maar de expressie van het wezenlijke. Uitdrukking geven aan je innerlijke drang naar groei, creativiteit, liefde, schoonheid, overvloed, ontvankelijkheid en compassie. Dat zou je kunnen vergelijken met de essentie van de economie: produceren, innoveren en consumeren. Dat wat werkelijk en tastbaar is in de economie.
Om mij heen zie ik zoveel mensen die denken dat als ze maar genoeg geld hebben (voor hun bedrijf, voor hun idee, voor hun land) ze de oplossing hebben. Dat is echter een illusie. Wellicht de grootste in de wereld. Als je een puinhoop hebt gemaakt van de financiële huishouding in een land (politici zijn daar erg goed in) en je pompt er nog meer geld in dan is het resultaat een nog grotere puinhoop.
Daar waar essentie is in de economie zijn geen derivaten nodig. Daar waar zwakte wordt gesubsidieerd ontstaat alleen maar nog meer zwakte.
Het midden- en klein bedrijf produceert, innoveert, consumeert en laat consumeren: drijft de economie aan. Vormt de essentie van de economie. Ondanks de corrupte regeringsleiders en overheidsfunctionarissen, de verziekte financiële markten en hun door hebzucht gedreven leiders. De kracht van het essentiële is vele malen sterker en trekt zich ook helemaal niets aan van verdwaalde overheden en verziekte financiële markten. Het gaat zijn eigen weg.
Groet,
Gerard
PS Dat over corruptie moest ik even kwijt. Ik kom het zoveel tegen in de landen waar wij opereren bij overheidsfunctionarissen en politici. Zoveel laffe managers bij incompetente financiële instanties. Ik word er soms gewoon moedeloos van. En boos.
Leave a Reply