89. De 3e generatie
Beste Gerard
Ik begrijp dat in het bedrijfsleven het niet alleen gaat om innovatie, als het gaat om een geheel nieuwe weg in te gaan of een geheel nieuw product in de markt te zetten. Er is ook sprake van innoveren als producten worden verbeterd of andere efficiency voordelen worden behaald. Het gaat er mij om dat steeds het grotere geheel in de gaten wordt gehouden om bepaalde trends te kunnen ontdekken en in te kunnen spelen op vernieuwing en concurrentie. Ook zelfreflectie is een aandachtspunt wat niet vergeten mag worden: is de startende ondernemer of zijn opvolger nog steeds degene die het best in staat is om de onderneming voort te zetten, dan wel uit te breiden.Bij familiebedrijven, welke een belangrijke pijler vormen van de economie is dit ook een belangrijk aandachtsgebied. Veel van de huidige middelgrote en grotere familiebedrijven zijn begonnen in een tijd waarin de transformatie plaats vond van een agrarische economie naar een maatschappij waarbij industrie en dienstverlening een grotere rol gingen spelen. Wereldwijd werden in de jaren ’30 van de vorige eeuw de autofabrieken uit de grond gestampt en ook de vliegtuigindustrie ontwikkelde zich snel. Als je in die tijd de mogelijkheid had een bedrijf op te zetten die kon inspelen op de behoeften van dat soort bedrijven kon je als logistiek dienstverlener of toeleverancier van een bepaalde industrie snel groeien.
Met hard werken en slimme aanpassingen kon je een bedrijf in de markt zetten. Als later (meestal) de zonen van de oprichter het bedrijf kwamen versterken kon het bedrijf onder toeziend oog van de oprichter op een gezonde manier worden uitgebouwd. Op het moment dat de derde generatie in beeld kwam, ontstond al snel het probleem van de opvolging van het bedrijf. Is de 3e generatie in staat om het bedrijf in het krachtenspel van concurrerende bedrijven overeind te houden en te groeien? Het antwoord is voor 90% van de gevallen ontkennend. Uitzondering zijn bedrijven als Heineken, Philips en AHOLD waarbij wel voldoende checks en balances waren ingebouwd om verantwoord verder te gaan.
De 3e generatie is niet opgegroeid onder dezelfde zware omstandigheden als de eerste 2 generaties en zijn vaak opgegroeid in weelde. In de praktijk blijkt dat deze generatie over het algemeen niet het doorzettingsvermogen, niet het vernuft hebben om in te spelen op kansen en onvoldoende capaciteit hebben om een groter bedrijf te leiden.
Het is daarom belangrijk dat de 2e generatie al snel bezig is met de opvolgingsproblematiek: van buiten af de geschikte kandidaat kiezen om het groeiende bedrijf aan te sturen, rekening houdend met alle facetten, waaronder ook de cultuur van het bedrijf. Of de derde generatie dan nog een rol heeft in het groeiende bedrijf, hangt af van de specifieke kwaliteiten, maar meestal zal deze rol meer op de achtergrond zijn. Mijn advies voor de 3e generatie is dan ook: zoek je eigen weg en probeer op jouw manier invulling te geven aan je leven. Ga niet geforceerd proberen het bedrijf over te nemen of een bestuurszetel te bemachtigen.
In het volgende artikel ga ik in op de ontwikkeling bij verschillende familiebedrijven.
Groet,
Jan Stam
Leave a Reply