36. Sport en onze toekomst
Beste Gerard
Wat kan een mens toch blij worden van sport.
De afgelopen weken ben ik deels ondergedoken geweest in de Olympische Spelen. Het verbaast me elke vier jaar weer hoe ik kan genieten van andere sporten dan de sporten die doorgaans alle aandacht opvragen. Nu moet ik eerlijkheidshalve toegeven dat ik vooral kijk naar sporten waar Nederlanders een rol in spelen. En dan het liefst een rol van betekenis. Zo chauvinistisch ben ik dan ook wel weer. Los van de prestaties van onze turners, zwemmers, paardrijders, hockeyers en watersporters kan ik ook vol bewondering luisteren naar de verhalen achter de sporters. Over wat ze er allemaal voor over hebben en voor moeten laten om hun doel te bereiken. Ik zuig de informatie op over de ambitie, gedrevenheid, doelen en drijfveren van onze topsporters. De rode draad die door al die succesverhalen loopt is dat elke topper een netwerk van mensen om zich heen heeft van ouders, vrienden, sponsors, trainers. Zij zorgen voor de omstandigheden en creëren de faciliteiten die het mogelijk maken voor de sporter om zijn of haar ambitie waar te maken. Geld speelt in die verhalen een rol op de achtergrond. Over geld wordt over het algemeen in voorwaardelijke zin gepraat. Het is nodig om trainingsfaciliteiten af te huren of om trainers hun werk te kunnen laten doen. Ik zie geen eurotekens in de ogen van Marianne, Epke, Ranomi, Dorian en de hockeydames. Ze laten zich niet afleiden maar richten zich op hun sport. Ze ontwikkelen zich als sporter en als mens en inspireren anderen om hetzelfde te doen. In die zijn lijken ze op ondernemers in het midden en kleinbedrijf die vanuit het niets, gedreven door een doel, succesvolle bedrijven opzetten. Ook hun voorbeeldgedrag inspireert weer anderen.Hoe anders is dat in de voetbalwereld. Topvoetballers hebben ook een netwerk van mensen om zich heen. Maar dat netwerk bestaat meer uit voetbalmakelaars en financiële adviseurs. Over voldoende sportfaciliteiten hoeven zij zich niet druk te maken. Nee. De allerbeste trainingsfaciliteiten, sportaccommodaties, fysieke en mentale ondersteuners zijn vanzelfsprekend. En dat geldt ook voor de verwachtte luxe verblijfsomstandigheden, mochten de voetballertjes eens een nachtje van huis moeten. Doel van het netwerk is om er zoveel mogelijk uit te halen aan salaris en natuurlijk aan provisie voor de makelaar. Ja, en dat het ondanks alle luxe toch is misgegaan op het EK daar konden zij toch eigenlijk ook niet veel aan doen. ‘Zij hadden toch hun best gedaan. Al die kritiek hadden ze niet verdiend.’Acht wat zielig.
Nu even een zijstap. Behalve de sport blijft de economische en financiële crisis ons ook bezighouden. Twee berichten vielen me de afgelopen week op. Een tabel met gegevens over de gemiddelde loonstijgingen in de verschillende sectoren van de economie in de periode 2000 tot en met 2010. Met kop en schouders stond de financiële sector bovenaan. Niet alleen de toppers hebben daarvan geprofiteerd. Nee ook de gemiddelde bankemployee.
Het tweede bericht. In een interview in de krant klaagde een financiële topper, sorry ik ben de naam even kwijt, erover dat zijn sector steeds maar weer met de vinger werd nagewezen als de hoofdschuldige van de crises. Waarom was er zo weinig respect voor de financiële sector. Zij hadden toch ook goede dingen gedaan. Slachtoffergedrag.
Het financiële wereldje en het voetbalwereldje. Wat een verwende wereldjes! Daarvan moeten we het niet hebben voor onze toekomst. Onze medaillewinnaars en onze ondernemers in het midden en kleinbedrijf: dat zijn de mensen die vorm kunnen geven aan onze toekomst.
Groeten
Jan
Leave a Reply