96. No Guts, No Glory

Beste Jan

De ondernemingsgeest. Ik ben heel erg benieuwd wat deze is bij het bedrijf wat je noemde. De ondernemingsgeest, de visie en missie van een bedrijf, vroeger nooit bij stil gestaan en ik vond het altijd maar een beetje onzin. Maar ik zie steeds meer in hoe een sterke visie, die mensen aanspreekt, van invloed kan zijn op het succes van het bedrijf. De mooiste vind ik die van Mercedes: ‘Das Beste oder nichts’. Duidelijk naar klanten en leveranciers toe en een geweldige leidraad voor de werknemers van Mercedes.Wij begonnen ooit met ‘The Matchmaker’, gevolgd door iets ingewikkelds: ‘To constantly increase and use our ability to add value for 1. Clients, 2. Candidates, 3. Colleagues and Stakeholders. The 3 C’S’. En nu zijn we Lugera – The People Republic, Homeland of Talent. Dat laatste vind ik wel aardig, leuk gevonden en het zegt wat we doen. Maar het is niet ‘Das Beste oder nichts’.

Het liefst zou ik ‘No Guts, No Glory’ hebben maar ik denk niet dat ook maar iemand zich daar een voorstelling bij kan geven voor een bedrijf als het onze (werving & selectie en uitzenden). Kandidaten, klanten, collega’s en leveranciers zouden er allemaal warm voor moeten lopen, of in ieder geval heel goed begrijpen wat er van een ieder verwacht wordt en wat we te bieden hebben.

We zijn innovatief, een aantal van ons hebben heel veel lef, we zijn vooruitstrevend, uitdagend, zorgen voor besparingen voor onze klanten, helpen zoveel mogelijk mensen aan een beter betaalde baan, helpen onze klanten meer winst te maken, helpen onze klanten zelfs meer te verkopen en meer te produceren met minder mensen. Maar al dit gedoe is alleen maar prietpraat als je dit zo communiceert.

Een paar weken geleden sprak ik met iemand die wellicht bij ons komt werken en mij op de radio had gehoord. Ik geloof dat hij het nogal suf vond toen ik antwoordde op de vraag wat wij doen dat we een uitzendbureau zijn in Oost Europa. Het radio programma was een debat met FNV, een wethouder, een Tweed kamer Lid en een andere ondermeer. Hij had een veel beter idee. Op de vraag van wat je doet moet je antwoorden: ‘Wij zijn groei’. Dan kijkt iedereen je namelijk vragend aan en willen er meteen meer van weten. Je hebt meteen een wezenlijk gesprek waar jij de voorwaarden voor hebt gecreëerd.

Het is nu een paar weken verder en vanmiddag had ik hetzelfde gesprek met Florian, een collega van mij in Roemenië. Hij begon een verhandeling over het feit dat we helemaal geen visie hebben, we hebben onze mensen geen verhaal te vertellen, we bieden niemand iets om over te dromen. Het enige wat we doen is het opnemen tegen de concurrenten, hard werken voor een salaris. Onze klanten in Oost Europa zien maar weinig onderscheidend vermogen (op onze website na want die springt er uit). In Nederland zijn we wel erg onderscheidend bezig en laatst zijn er zelfs kamervragen gesteld tijdens het vragenuurtje van Minister Asscher in de Tweede Kamer. Wat overigens niet de bedoeling van ons was.

Wij zijn groei. Wij doen groei.. We do Progress. We do Growth. Misschien hebben we nog voor het eind van dit tweede boekje (u weet dat deel 1op bol.com te bestellen is?) onze visie in 1 zinnetje weten te pakken.

Groet,

Gerard